Pagina's

vrijdag 11 maart 2016

Hoe overleef je onvoorspelbare veranderingen en maak je veranderingen voorspelbaar?



Marcel Seijner, bedrijfskundig ontdekkingsreiziger (artikel uit: Bedrijfskundigen in de 21e eeuw)

Als Steve Jobs niet 'doelloos' kalligrafielessen had gevolgd, dan had Apple geen designrevolutie in de computer-en elektronica-industrie teweeg gebracht. Beetje kort door de bocht, maar raakt wel de essentie.

Technische ontwikkelingen gaan razendsnel en hebben enorme impact op de verdienmodellen en bestaansrecht van bedrijven, op bestaande beroepen en op de samenleving als geheel. Bedrijven en individuen moeten door pre-adaptatie, nog onbenutte, schijnbaar nutteloze eigenschappen ontwikkelen, om betere overlevingskansen te hebben.

Men kan niet altijd vasthouden aan de vaardigheden en kennis die men nu heeft, kennis en vaardigheden moeten blijvend worden ontwikkeld en er moeten nieuwe vaardigheids- en kennisgebieden worden ontwikkeld. In dit essay wordt eerst beschreven wat pre-adaptiefvermogen is en waarom het noodzakelijk is voor individuen en bedrijven, vervolgens volgt een onderbouwing door recente onderzoeken en wetenschappelijke literatuur en tot slot wordt raad gegeven hoe bedrijven en individuen, door pre-adaptiefvermogen te ontwikkelen,  betere overlevingskansen krijgen.

Steve Jobs vond vormgeving altijd heel belangrijk. Zelfs de achterkant van een kast moet mooi zijn, dat had hij van zijn adoptievader geleerd (Isaacson, 2011). Zelfs de printplaten in een Mac-computer zien er hierdoor prachtig uit. Omdat hij vormgeven fantastisch vond, volgde hij, nadat hij gestopt was met zijn studie, nog kalligrafielessen op Stanford University. Dit is de basis geweest voor de wens om mooie lettertypes op het beeldscherm te kunnen projecteren. Jobs' liefde voor kalligraferen en het beheersen van deze kunst is een voorbeeld van pre-adaptiefvermogen.. Het leren van de liefde voor kalligraferen is een voorbeeld van pre-adaptatief vermogen. Jobs had de cursus niet nodig voor zijn studie of om te overleven. Hij heeft het niet bewust gekozen om er later iets mee te doen, maar puur uit interesse. Het begrip pre-adaptatie, ook wel exadaptatie, komt uit de biologie en evolutieleer. Het vóórkomen van neutrale mutaties die na verloop van tijd een positieve waardering verkrijgen of bestaande structuren en eigenschappen die leiden tot nieuwe aanpassingen met een andere rol of functie (Breakmans, 2010). Charles Darwin introduceerde het concept van pre-adaptation toen hij schreef dat de functie van organen kan worden gewijzigd voor een wezenlijk ander onderscheidend doel1. De evolutieleer van Darwin zegt, dat door pre-adaptatie - onaangesproken gaven aanspreken - degenen die zich het best weten aan te passen kunnen overleven. In de tijd dat Darwin de evolutieleer ontwikkelde, die ook zegt dat niet een individueel wezen maar een soort evolueert, is diezelfde wet doorbroken door de mens. 

Door het denkvermogen en het filosofische vermogen van de mens is de mens in staat zichzelf te ontwikkelen, de mens kan bewust kiezen om iets te leren, te trainen of om te scholen. Waar het dierenrijk en het plantenrijk millennia nodig had te evolueren, kan de mens zichzelf en zijn omgeving binnen een generatie geestelijk en lichamelijk als het ware evolueren. Bovendien is de mens in staat technologie te ontwerpen die hem het leven gemakkelijker maakt.  Door autodidactie, zelfstudie, maar met name door collectief leervermogen (elkaar dingen leren door geschrift en andere uitwisselingsvormen) is de mens beter in staat te overleven. Door pre-adaptatief vermogen is de mens nog beter in staat te overleven. Ditzelfde geldt voor bedrijven.

Gary Hamel beschrijft in zijn boek 'What matters now' dat bedrijven die in staat zijn veerkrachtig te zijn, kunnen overleven, net als in de evolutieleer. Bedrijven die in staat zijn veel te leren, maar ook dingen te leren die niet direct maar wellicht in de toekomst noodzakelijk zijn, hebben de beste overlevingskansen. Bedrijven moeten door pre-adaptatie zorgen dat ze overleven. Eigenlijk moeten bedrijven dus hun pre-adaptiefvermogen aanspreken. 

Dit pre-adaptatiefvermogen bewust aanspreken is precies hetgeen dat tegen de evolutieleer in gaat. Dit is ingrijpen in de evolutie, niet genetisch ingrijpen, maar door het pre-adaptiefvermogen aan te spreken. Eerder is dit in de geschiedenis ook bijna gebeurt in de tijd van Plato en Socrates, zij spraken hun pre-adaptiefvermogen aan door reflecterende vragen te stellen. Dit is door onderdrukking tot een halt geroepen, tot in de tijd van de
Note 1. De zwemblaas van de vis illustreert dit, de zwemblaas was oorspronkelijk voor het drijfvermogen, maar vormde zich om tot een heel ander doel namelijk voor ademhaling, de long. renaissance en de vroege verlichting, Copernicus, Galileo, Descartes (2003, Fischer). Toen was de mens weer in staat filosofische vragen te 'mogen' stellen. Dit gebeurde overigens met gevaar voor eigen leven, menig filosoof en wetenschapper heeft het niet of ter nauwer nood overleefd. 

Door met name de status quo te bevragen - hoe komt het dat... - of in bedrijfskundige filosofische vragen - waarom doen we het eigenlijk zo? - is het mogelijk geworden onze eigen evolutie in te halen. De mens is in staat pre-adaptiefvermogen niet alleen in te zetten als noodzaak in the survival of the fittest, maar kan het pre-adaptiefvermogen al eerder inzetten voordat het noodzakelijk is. Het nut van nutteloze kennis is dus niet zo nutteloos als we denken. Abraham Flexner beschreef dit al in 1939 in zijn boek 'The Usefullness of Useless Knowledge': Great discoveries which had ultimately proved to be beneficial to mankind had been made by men en women who were driven not by the desire to be useful but merely the desire to satisfy their curiosity’ Door het stimuleren van deze nieuwsgierigheid of beter, iemand de kans te geven deze nieuwsgierigheid tot wasdom te laten komen, zijn belangrijke voorwaarden voor het komen tot waardevolle ontdekkingen. Grootse ontdekkingen zijn gedaan door wetenschappers die in alle rust konden denken, rekenen en experimenteren (Robinson, 2013). Voorbeelden hierin zijn Einstein, die als klerk van een patentenbureau zich rustig kon concentreren op zijn baanbrekende werk, Leonardo da Vinci die als militair architect werkte en volop tijd kreeg om te experimenteren en Isaac Newton die als hoogleraar aan de Universiteit van Cambridge veel tijd kreeg voor wetenschappelijke ontdekkingen. Volgens Robinson cs. ‘In Exceptioal Creativity In Science and Technology’  werken afrekenmechanismen als publicatiedrang en verplichte samenwerken in grote universiteiten met veel management en staf averechts in ontwikkelen van baanbrekende ideeën.

Wat heb je daar nu aan als individu of als bedrijf? 
Wij zijn ons er niet genoeg van bewust dat we pre-adaptiefvermogen kunnen inzetten bij bijvoorbeeld innoveren door collectief leren. Door het individuele pre-adaptieve vermogen aan te spreken is men als individu en als individueel bedrijf in staat om sneller te evalueren dan de rest van de soort/branche. Geen survival of de fittest en evolueren door aanpassing, maar bewust op zoek gaan naar onaangesproken gaven om sneller te zijn dan de soortgenoot/concurrent door eerder te kunnen aanpassen. Dan moet wel de gelegenheid geschapen worden om pre-adaptiefvermogen te ontwikkelen door bijvoorbeeld nieuwsgierigheid in vooralsnog nutteloze kennis te stimuleren omdat niet bekend is of deze kennis in de toekomst leidt tot uitermate heilzaam nut en nieuwe markten. Dyer, Gregersen en Christensen noemen dit in hun boek 'The Innovators DNA', disruptive innovation, naar Schumpeters creative distruction (1942 Schumpeter). Een disruptive innovation is een innovatie die nieuwe markten creëert door nieuwe processen, producten of diensten in een markt te introduceren waarmee een nieuw business model ontstaat waardoor veel marktaandeel verovert wordt, (2013, Clayton M. Christensen). Dit is ook wat Volberda, Van der Bosch en Van der Hey beschrijven in hun boek 're-inventing your business model' (2014). Zij noemen DSM, dat van Steenkoolmijn evolueerde door succesvolle aanpassing en transformaties via (bulk) chemie naar een ‘life-science’ en ‘material-science’ onderneming. De Geus beschrijft in zijn boek ‘The Living Company’, wat de levensduur van een bedrijf kan zijn. Bedrijven kunnen niet eeuwig bestaat met hetzelfde business model. Hij noemt Stora, een voormalig overheidsbedrijf gestart in 1288 als een kopermijn uit Zweden en 710 jaar later is omgevormd tot papier, verpakking en houtbedrijf.

Doordat de techniek momenteel zo snel evalueert, mede dankzij de wet van Moore en het inventieve vermogen van disruptive innovators, moeten bedrijven alle zeilen bij zetten om bij te blijven. Brynjolfsson en McAfee beschrijven in hun boek 'The second machine age' (2013) de gevolgen voor de mensheid van de snelle technologische ontwikkelingen zoals robotisering, digitalisering, en computerisering. Robots gaan alle 'herhalingsgerelateerde werkzaamheden' overnemen. Net als machines dat deden met handwerk in de 20e eeuw, gaat dit nu ook gebeuren met denkwerk in de 21e eeuw en dat gebeurt sneller dan we door hebben. De eerste robotauto's rijden al in het verkeer (the Google car), de eerste met hersenen aangedreven robot laat een verlamde al lopen (Miguel Nicolelis, 2011)( Note 2). En  de eerste artificial  intelligence robot heeft al plaatsgenomen in het bestuur van een onderneming (Note 3)

Bedrijven die niet meebewegen, zullen de 'survival of the fittest' niet overleven. Dus niet alleen meebewegen en processen optimaliseren, maar regelmatig het business model tegen het licht houden en 're-inventen'. Maar ook individuen zullen zich sterk af moeten vragen, 'doe ik herhalingswerk?' Zo ja, ga je als de bliksem omscholen, vaardigheden ontwikkelen of bijscholen.

Note 1: wet van Moore. Deze wet stelt dat het aantal transistors in een geïntegreerde schakeling door de technologische vooruitgang elke 2 jaar verdubbelt
Note 2. Gedemonstreerd tijdens de opening van het WK voetbal 2014 in Brazilië
3. Het investeringbedrijf (venture capitalist) Deep Knowledge Ventures uit Hong Kong heeft begin 2014 een computerprogramma ingezet als lid van de directie. De computer, genaamd Vital, beslist mee over investeringen in bedrijven. (Bron: BBC.com news technology, 16 mei 2014)


Bijscholen. Waarin? In dingen waar computers nog niet goed in zijn: samenwerken, creativiteit, communiceren, probleemoplossend vermogen, kritisch denken, sociale en culturele vaardigheden, met als belangrijkste basisprincipes, ondernemen, nieuwsgierigheid en betrokkenheid3. Maar leer vooral nieuwe ideeën genereren (ideation), vragen te stellen (Voltaire: judge a man by his questions, not his answers) en creativiteit (2013, Brynjofsson). Dit laatste heeft hoofdzakelijk te maken met combineren, durf en doen.

Als individu en individueel bedrijf moet je niet afvragen 'wat kan ik?' (standaard SWOT-analyse), maar 'wat wil ik kunnen?' Niet alleen kijken naar je talenten waar je economisch gewin mee kunt behalen (Collins' egelprincipe, 2010 Good to Great). Maar op zoek gaan naar die verborgen talenten bij jezelf of in je organisatie die kunnen zorgen voor ontwrichtende en baanbrekende innovaties en die verder ontwikkelen. Het gaat dus niet alleen om het ontdekken van talenten zoals Buckingham beschrijft in ' Ontdek je eigen talenten' (2010) en die verder ontwikkelen maar om nieuwe talenten te ontwikkelen (2013, Christensen). Het combineren van kennis vanuit brede interesse gebieden leidt het meest tot nieuwe, ontwrichtende en baanbrekende ideeën (2013, Christensen).

Concluderend kan derhalve worden gesteld dat omstandigheden snel veranderen dus moeten bedrijven en individuen bepaalde onaangesproken en schijnbaar nutteloze gaven en kenmerken verder ontwikkelen voor het nog onbekende moment dat ze wel nodig zijn. Omdat niet bekend is welke kennis dit is, kan door stimuleren en sponsoren van nieuwsgierigheid in schijnbaar nutteloze kennis en interesse gebieden en het combineren van deze nieuwe kennis met al aanwezige kennis, leiden naar het ontdekken van nieuwe business modellen. 

Note: kennisnet.nl, thema: 21th century skills: een nieuwe tijd vraag om nieuwe vaardigheden. Technologie heeft de manier waarop we samenwerken en leven enorm verandert. Nieuwe functies ontstaat en vragen om nieuwe competenties, de zogenaamde 21th century skills.

Het gaat om mensen de vrijheid en gelegenheid te geven zich te ontwikkelen. Te ontwikkelen in een zelf gekozen vakgebied en dat behoeft helemaal niet in de lijn van het bedrijf, studie of ervaringsrichting te liggen. Juist niet, geef medewerkers (en jezelf) de gelegenheid zich breed te oriënteren, dit is heel goed voor het vinden van oplossingsgebieden buiten het eigen vakgebied en voor het ontwikkelen van het brein in andere richtingen. Vervolgens kan men door deze brede oriëntatie komen tot briljante disruptieve, baanbrekende ideeën die er ineens voor zorgen dat men door dit pre-adaptieve vermogen een ander winstgevend business model creëert. Apple heeft de muziekindustrie veroverd en getransformeerd met iTunes, dat kwam eigenlijk voort uit liefde voor muziek en om muziek te kunnen spelen op een iPod. Omdat Steve Jobs voorzag dat, als hij niet snel een telefoon kon maken die muziek kon spelen had hij wellicht de race in de 'afspeeldevices' kon verliezen, bijkomend voordeel kon zijn dat Apple gelijk een telefoon had. Dit bleek een doorbraak. Maar met name het legaliseren van downloaden van muziek via iTunes was een disruptive innovation, een totaal nieuw business model en zelfs een Creative Destruction voor de muziekindustrie. We moeten af van de illusie dat alles wat we doen nuttig, efficiënt en effectief moet zijn anders komt men niet tot creatieve, destructieve, ontwrichtende innovaties. Deze baanbrekende en ontwrichtende innovaties ontstaan door het combineren en toepassen van nieuwe ideeën en nog ongebruikte (tot dan toe nutteloze) kennis en hiermee past men zich niet snel aan, aan veranderende omstandigheden, maar wordt men zelf regisseur van de veranderingen en worden veranderingen voorspelbaar.

Bibliografie
Isaacson, Walter, 2011, Steve Jobs
Breackmans, Luc, 2010, Darwin en het hedendaagse mensbeeld, universiteit Antwerpen
Darwin, Charles, 1859, the origin of species
Hamel, Gary, 2012, what matters now?
Fischer, Ernst Peter, 2003, Eureka!
Christensen, Clayton, Dyer, Jeff, Greygersen, Ralf, 2011, The Innovators DNA
Schumpeter, 1934, Creative Distruction
Volberda, Van der Bosch, Van der Hey, 2014, Re-inventing your business model
Brynjolfson, Erik, McAfee, Andrew, 2013, The Second Machine Age
Nicolelis, Miquel, 2011, Beyond Bounderies
Collins, Jim, 2010, Good to Great
Eggers, Dave, 2014, The Circle

Geen opmerkingen:

Een reactie posten